Als kind stuurde ik verhaaltjes in voor de kinderpagina van de Friese Koerier. Voor elk verhaal kreeg je een cadeautje: kleurpotloden, een boekje of een knutselpakketje. Na zes keer was je een professional en kreeg je een certificaat als Kleine Koerier. Ik prikte het certificaat op het behang en wist zeker dat ik later schrijfster zou worden.
Nu, vijf dagen met prepensioen, ben ik op Terschelling voor een schrijfcursus. We schrijven Eilander portretten en als we door de ballotage komen, komt het portret op de website en het mooiste verhaal haalt de krant. Over het honorarium blijft het stil.
We zijn met veertien amateurs: dichters, beleidsnotaschrijvers, Shantykoor-dirigenten, liedschrijvers, storytellers, dagboekschrijvers, Waddenzeekenners. Van de Blogschrijver en de Journalist leren we de kneepjes van het vak: metaforen, clichés, show don’t tel, de vijf W’s, sfeer, directe- of indirecte rede, verboden woorden. Voel ik me als een vis in het water of een pindarotsje in de branding?
Assertief roep ik als eerste wie ik graag wil interviewen en win de hoofdprijs: de directeur van de Folkshegeskoalle, Jantje Stienstra, is voor mij. Ik lees me in en stel me dan voor: prachtige verhalen, Diep-Fries. Ik voorzie puntenverlies als ik me voorstel in het Nederlands. En gek, op de website wordt Betze genoemd als directeur…
Fries is de taal van mijn jeugd, van ons gezin. Op het schoolplein sprak ik Stellingwerfs, in de klas, op de middelbare school en later op het werk Nederlands. In Groningen raakte het Fries volledig op de achtergrond. De klanken van het Fries roepen nog steeds het thuisgevoel op. Maar ik voel me onzeker bij Friezen die “Geef Frysk”, goed Fries, spreken, met mijn Zuidoosthoekse tongval, het ontbreken van de harde g en mijn Hollandismes.
Net als vroeger kom ik achterom, roep “Follek” en word hartelijk ontvangen door Jantje en Betze. Koffie aan de keukentafel, met wat lekkers erbij. Ik stel me voor, claim mijn Friese oorsprong, en bereid ze er alvast op voor dat ik straks graag in het Nederlands overga.
Ik krijg mijn prachtige verhalen. Hoe ze elkaar leerden kennen op Simmerkamp van de Fryske Jongerein en meer dan dertig jaar de Folkshegeskoalle runden. Hoe ze, met twee kleine meisjes, eerst in een klein bunkertje woonden, vochtig, donker, schimmelig. Hoe de Volkshogeschool zich ontwikkelde van Fries Propagandacentrum tot broedplaats voor streektalen. En nee, Jantje was niet de directeur. Als vrouw-van verdiende ze haar eigen kost en inwoning met de organisatie van de volledige huishouding. Geen loon en geen pensioen. Maar ze wordt overal in één naam genoemd met Betze. In praktijk waren ze samen directeur en had Jantje een grote rol. Ik geniet. Dat ik in het Nederlands over zou gaan ben ik al lang vergeten.
Nog vol van het gesprek loop ik naar de bibliotheek van de Folkshegeskoalle, op zoek naar boeken en plaatjes uit de tijd dat Jantje en Betze daar begonnen. Ik vind een folder met het cursusaanbod van nu. Ik zie een cursus Fries…
Het Eilanderportret van Betze en Jantje Stienstra is te lezen op: www.dewaddenvoordummies.nl
Comments