top of page

LAND VAN ONS

Ik kom van de boerderij en groeide op met uitzicht op groene weilanden, wuivende goudgele graanhalmen en vrolijk rondspringende koeien.


Toen in Appelscha eind van de negentiende eeuw de turfwinning aan zijn eind was gekomen, werd de afgegraven veengrond verkocht als landbouwgrond. Er ontstond een dorp van kleine boertjes: bedrijfjes van niet meer dan vijf hectare en een paar koeien.


Mijn pake boerde daar zoals biologische boeren dat nu doen. Voor bemesting gebruikte hij de met stro gemengde stront uit de koeienstal en de tonnen met de menselijke uitwerpselen van het eigen gezin. Met paard en wagen vervoerde hij aardappels, bieten, hooi en pakjes stro en datzelfde paard liep voor de ploeg.


Van bestrijdingsmiddelen hadden ze nog nooit gehoord. Zieke planten trokken ze met de hand uit en het onkruid werd met de schoffel te lijf gegaan. Mijn pake deed alles zo, zoals hij het leerde van zijn vader, zoals hij zag wat de andere kleine boeren deden of zoals hij zelf dacht dat het goed kwam.


Mijn vader kwam in het familiebedrijf en ging in de tijd na de Tweede Wereldoorlog naar de Landbouw-Winterschool. Daar leerde hij alles over kunstmest, plantenziekten en de inzet van de allernieuwste gifstoffen. Met hulp van kredieten van de Coöperatieve Boerenleenbank en voortgestuwd door de landbouworganisaties breidde hij zijn bedrijf uit. Een stukje hier, een stukje daar. Hij vertelde er graag over: “Het land van ons mag dan wat verspreid liggen, het is allemaal beste grond!” DDT en later Round-up waren mijn vaders vrienden, ongelooflijk wat hem dat aan tijd en kosten scheelde.


Begin jaren zeventig zorgde de ruilverkaveling er voor dat al die kleine landjes omgeruild werden voor een aanééngesloten stuk land direct achter het huis. Daar was mijn vader heel tevreden mee. Maar al gauw daarna werd hij vanwege rugklachten met tegenzin boer-af. Hij bleef de landbouwberichten op de radio volgen, werd chagrijnig als het wekenlang slecht boerenweer was, te nat of juist te droog, en volgde met argusogen de handelingen van alle boeren in de buurt die wel doorgingen.


De schaalvergrotingen in de jaren daarna verzoenden hem met zijn lot: “Dat had ik nooit gewild, zo’n bedrijf met 100 koeien. Dan ken je je eigen beesten niet meer en ben je boer van de bank”

Ik keerde het platteland de rug toe en werd een stadsmeisje. Wandelen langs de lommerrijke singels, bioscoop en schouwburg op loopafstand en winkels om de hoek in plaats van met laarzen door de modder, fietsen met tegenwind en wachten op de bus. 


Nu ben ik terug bij mijn boerenroots. Voor dertig euro kocht ik me in en heb mijn eigen vierkante meter grond bij Land van Ons. Ik ben mede-eigenaar van een stuk grond dat natuurvriendelijk wordt beheerd en help zo de biodiversiteit in ons land te verbeteren.


Ik kocht betrokkenheid. Geweldig zoals ik op de fiets kan stappen en met eigen ogen kan zien hoe ‘mijn’ Onneresch er voor staat. Vrolijke randen met kleurrijke bloemen, bloeiende boekweit, roodkleurende klaverweiden en ruig natuurterrein lachen me toe.





Wat had ik mijn vader graag een vierkante meter grond van Land van Ons cadeau gegeven!

520 woorden                                                                                     Groningen, 8 aug 2024

 

Lees ook: “Dwarsliggers in Appelscha”, 100 jaar, 5 generaties, 40 familieverhalen / auteur: Marianne Kootstra / uitgeverij Afûk Leeuwarden /

Land van Ons: www.landvanons.nl

Comments


bottom of page